Tijdens je studie moet je steeds je waarde bewijzen, je kwalificeren,  voordat je die kan afsluiten met een diploma. Je bent nog niet af, niet compleet, voldoet nog niet aan de standaard. Een diploma is hiermee een zeer voorwaardelijk papiertje. Toch is er veel discussie over de waarde van het papiertje en de half-waarde tijd in de opgedane “kennis”, laat staan wat er gebeurt met de waarde van een diploma als er een switch gemaakt wordt naar een ander vakgebied.

De heilige drie-eenheid van het onderwijs “kennis, vaardigheden en attitudes” komen natuurlijk in andere situaties ook tot uiting komt. Als iemand vanaf jonge leeftijd altijd al baantjes heeft gehad, dan zitten daar verschillende vaardigheden in opgesloten. Jammer dat hiervan geen waarde wordt bepaald en het eigenlijk nooit wordt meegenomen in een studie.

Op kleine schaal laat een krantenbezorger op jonge leeftijd al behoorlijk wat vaardigheden zien, zoals bijvoorbeeld: verantwoordelijkheid voor een baan, inzet (opstaan voor dag en dauw), service management van de wijk en klachten afhandeling. Deze vaardigheden worden in het onderwijs niet ingezet als basis van interesse, motivatie, groei en ontwikkeling.

Met een opleiding, cursus of workshop willen we onze persoonlijke waarde verhogen. Datzelfde doen we met het nemen van een (bij)baan. We voegen iets toe aan onze toolbox en onze CV, en vullen de genoemde heilige drie-eenheid aan. Dit gebeurt op alle momenten, binnen een formele studie met curriculum of binnen een bestaande rol of functie, binnen een crisis situatie en zelfs met gamen. Deze vaardigheden zijn meer of minder waardevol in een carrière pad. Wederom, daar gaat het gesprek weinig over.

Bij een bepaalde beroepsrol horen vanzelfsprekend bepaalde “kennis, vaardigheden en attitudes” om succesvol te kunnen zijn – deze mix kom je minder snel in de schoolbanken tegen. Tenminste als ik kijk naar een traditionele opleiding met sporadisch een bedrijfsbezoek en natuurlijk wel een meeloop- en afstudeerstage. Dat is dan vaak het moment waarop er een ‘gat’ wordt ervaren tussen de opleidings- en beroepspraktijk.

Gechargeerd: Binnen onderwijs wordt deze drie-eenheid uit elkaar getrokken, gesegmenteerd en in puzzelstukjes gehakt en dat wordt getoetst. Daarna wordt verwacht dat een student zelf de puzzelstukjes aan elkaar kan maken. Het puzzelen wordt niet geoefend noch getoetst. Dat lijkt me niet de bedoeling toch?

Een lang verhaal kort: “ga maar zitten en dit is wat we de komende weken gaan doen.”, past niet meer in deze tijdsgeest. Ik denk dat veel mensen zich dit (beginnen te) beseffen. Daarmee wil ik de kennisoverdracht niet bagatelliseren, want het heeft ons gebracht tot waar we nu zijn en is binnen een bepaalde context, vanuit intrinsieke motivatie van een student, heel erg waardevol.

De huidige tijdgeest, realiteit, vraagt om meer en beter waarde toe te voegen op de plek waar de student terecht komt. Om de praktijk zo dicht mogelijk te brengen, zodat een student sneller  de beroepsrol en -taken kan uitvoeren. In die zin vullen we het onderwijs aan en maken het beter, rijker. Dichter op de praktische werkelijkheid, het liefst met een beoordeling zoals deze in de beroepspraktijk gaat.

Bijkomend voordeel is dat ook organisaties die hieraan meewerken mee kunnen denken over de inhoud van het onderwijs. Veel in aanraking zijn met lerende. Zelf meer onderzoek zullen gaan doen en ook eigen processen aan de kaak stellen. Kunnen we stellen dat de spin-off innovatie is? Dit vraagt om onderzoek!

Voor de student kan er, binnen verschillende uitdagingen, in verschillende organisaties worden gekeken. De beroepsrol kan worden gepersonaliseerd en kan er een beter afweging worden gedaan of en hoe de rol past. Er makkelijker horizontaal geleerd kan worden en er sneller over taken heen gekeken worden. De leer context wordt rijk en betekenisvol.

Afstuderen in een heldere beroepsrol, die aantoonbaar is door de producten en reviews uit verschillende projecten die bij verschillende bedrijven zijn voltooid. Deze zijn gedurende het traject voorzien van feedback door peers (medestudenten), coaches en docenten die je in het leerproces begeleid hebben, experts uit het werkveld en vakgebied waarin is geacteerd. Hiermee toon je aan dat het het gewenste niveau behaald hebt of zelfs excelleert in je gekozen beroepsrol.

Grappig genoeg staat er in vacatures ook steeds minder vaak “een diploma in…”, steeds vaker HBO werk- en denkniveau en X jaar ervaring in een bepaalde functie, rol of taak. Hoe mooi zou het zijn als je met vier jaar werkervaring bij een opleiding vertrekt. Dat is voor iedereen een toegevoegde waarde!

FavoriteLoadingVind ik leuk

Over Dries van den Enden

Sr. Docent Fontys - iFontys/Innoversity lid - Oprichter van de minor Data Driven Business Lab - Praktisch onderzoeker naar Hybride onderwijs (waar student, docent en werkveld van en met elkaar leren).