Nieuwsgierige types: Mathijs Beentjes (52) programmeur, kinderboekenschrijver, gefascineerd door de zin van het leven

Niet zo lang geleden ontving ik een bericht over een man die zichzelf niet nieuwsgierig vindt. De afzender van dit bericht dacht daar duidelijk anders over. Dit prikkelde natuurlijk mijn nieuwsgierigheid. Ik reageerde dan ook positief op het idee om contact op te nemen met deze man. En zo gebeurde het dat Mathijs en ik eerst wat informatie uitwisselden via WhatsApp en later afspraken voor een Skypegesprek.

Mathijs omschrijft zichzelf op zijn LinkedInaccount als volgt:  “Analytisch & creatief, vindt mooie oplossingen voor mooie problemen, C# & SQL Server Ontwikkelaar. Sterke affiniteit met wiskunde. Goede communicatieve vaardigheden. Hoe complexer het probleem, des te meer ik tot mijn recht kom. Houdt ervan om nieuwe technieken te ontwikkelen. Houdt er minder van om ze te gebruiken.”

Het gesprek begon met Mathijs’ veronderstelling dat hij niet nieuwsgierig is. Maar het gesprek leidde al snel naar onderwerpen als complexiteit, gevoeligheid en verveling.

Waarom denk je dat je niet nieuwsgierig bent?

“Ik ben alleen nieuwsgierig naar specifieke gebieden en het ontwikkelen van mijn eigen ideeën daarin.”

Kan je iets meer vertellen over deze specifieke gebieden?

“Ik heb technische natuurkunde gestudeerd. Na mijn studie wilde ik mijzelf beter begrijpen dus besloot ik psychologie te studeren. Ik merkte toen hoe makkelijk je informatie opneemt wanneer iets je echt interesseert. Ik werd er blij van. Ik heb ook altijd ideeën voor verbeteringen.”

Mathijs samen met de vier kinderboeken die hij heeft geschreven.

Mathijs blijkt verder geïnteresseerd te zijn in nieuwe inzichten over ‘de zin van het leven’. Boeken over dit onderwerp leest hij met grote interesse en sommige hoofdstukken leest hij 20 tot 30 keer totdat hij het gevoel heeft dat hij de essentie eruit heeft weten te destilleren. En tussen neus en lippen door meldt hij ook nog even dat hij vier kinderboeken heeft geschreven.

“Dat zijn best wel wat interesses en ook behoorlijk breed”, merk ik spontaan op. “Kan je je voorstellen dat er mensen zijn die minder interesses hebben dan jij?” Ja, dat kon Mathijs zich na het opnoemen van dit lijstje wel voorstellen. We praten wat verder over hoe het kan dat hij zich ondanks deze diverse interesses, die hij ook nog eens allemaal heeft uitgediept, zichzelf als niet nieuwsgierig omschrijft.

Open staan voor nieuwe informatie en ervaringen

Ik besluit door te vragen naar de mate waarin Mathijs open staat voor nieuwe informatie en ervaringen. Hier lijkt een deel van de verklaring voor zijn zelfverklaard gebrek aan nieuwsgierigheid te liggen. Mathijs geeft namelijk aan dat hij zeker nieuwsgierig is naar de onderwerpen die hem interesseren. Maar dat hij zich bewust afsluit voor andere informatie en ervaringen en zich daarom niet nieuwsgierig voelt.

Waarom hij zich afsluit is voor hem ook duidelijk.  Hij geeft twee redenen aan 1) hij is gevoelig en teveel informatie wordt hem snel teveel 2) de informatie die hij voorbij ziet of hoort komen ervaart hij vaak als niet verrassend of vernieuwend.

Overprikkeling en onder prikkeling

Je bewust afsluiten voor nieuwe informatie en ervaringen kan inderdaad een teken zijn van een beperkte nieuwsgierigheid. Maar je kan ook vragen waarom iemand zich afsluit en of dit door een gebrek aan interesse komt of door iets anders. Mathijs geeft het zelf al duidelijk aan: teveel informatie wordt hem snel teveel.

Een mogelijke interpretatie kan zijn dat Mathijs juist meer dan gemiddeld open staat voor prikkels en dat hem zoveel dingen opvallen dat dit hem belemmert om focus te vinden en de diepgang te realiseren waar hij zo naar op zoek is. Hij is dus gedwongen om zich op één onderwerp tegelijk te focussen. Niet door gebrek aan interesse, maar door de behoefte om zijn interesses te kunnen richten en uitdiepen. Want zonder verdieping wordt het voor Mathijs al snel saai.

Wanneer prikkelt informatie de nieuwsgierigheid?

Informatie als oninteressant of weinig vernieuwend afdoen kan inderdaad een teken zijn van een gebrek van nieuwsgierigheid. Of iemands nieuwsgierigheid geprikkeld wordt door informatie hangt af van de (voor)kennis, zelfinzicht en de nieuwsgierige voorkeuren van de persoon. Mathijs omschrijft zijn denken als volgt: “Ik denk abstract en creatief. Ik probeer de complexiteit te doorzien en heb vaak een duidelijk beeld van hoe iets in elkaar valt. Ik vind het fijn om in structuren te denken en de interactie daartussen. Ik ervaar schoonheid in het simpele. Een oplossing kan zich complex gedragen maar in de basis heel eenvoudig zijn.”

Tegenwoordig wordt relatief veel informatie ingedikt en versimpeld om het voor de lezer of toehoorder snel en makkelijk ‘consumeerbaar’ te maken. Hierdoor mist deze informatie de werkelijke complexiteit en diepgang van het onderwerp. Anders verwoord is dit soort informatie mogelijk te summier of te weinig complex, verrassend, vernieuwend of dubbelzinnig om de aandacht van Mathijs te prikkelen. Het zijn juist deze kenmerken die over het algemeen prikkelend werken voor de nieuwsgierigheid.

Daarnaast heeft Mathijs al een brede kennisbasis opgebouwd door zich zowel in het technische als het mens en maatschappij-domein te verdiepen. De kans is daardoor groter dat Mathijs informatie tegenkomt die hij meent te herkennen en daardoor zijn nieuwsgierigheid niet (meer) prikkelt. Het zou daarom voor Mathijs behulpzaam kunnen zijn om een omgeving op te zoeken waarin hij wel geconfronteerd en geprikkeld wordt door nieuwe informatie en ervaringen. In zijn geval een omgeving waar informatie met een hoge graad van abstractie de standaard is. Een andere uitdaging is om het onbekende in het bekende op te zoeken.

Stereotype denken over nieuwsgierigheid

Ik praat nog wat verder met Mathijs over de beeldvorming rondom nieuwsgierigheid. We groeien op met een bepaald beeld van nieuwsgierigheid. Dit beeld beïnvloedt de wijze waarop wij onze eigen nieuwsgierigheid, maar ook de nieuwsgierigheid van anderen beleven en waarderen. Ik noemde Mathijs het voorbeeld van de omgeving waarin we zijn opgegroeid.

Ben je in een academische omgeving opgegroeid, dan denk je misschien dat nieuwsgierigheid betekent dat je de diepte in moet gaan en alles uit moet pluizen. En doe je een brede, meer oppervlakkige interesse als niet bijzonder nieuwsgierig af. Kom je daarentegen uit een omgeving waarin sensatie zoeken een belangrijke rol speelt, dan kan juist het willen uitdiepen van één onderwerp ervaren worden als saai en weinig nieuwsgierig naar alle gave dingen die de wereld te bieden heeft. Kom je uit een gezin met ouders die bijvoorbeeld in het onderwijs of de zorg werken dan wordt een harder, meer resultaatgericht beroep misschien ervaren als een gebrek aan interesse in sociaal-maatschappelijke onderwerpen.  En zo zijn er nog wat voorbeelden te bedenken. Ik vroeg Mathijs met welk beeld van nieuwsgierigheid hij is opgegroeid.

“Nieuwsgierigheid was niet iets dat hoog in het vaandel stond”

Een spannende scene uit het boek: Ferry de boevendoder.

“Tja, mijn ouders waren depressief en de wereld werd als uitermate bedreigend ervaren. Dus ‘nieuwsgierigheid’ was niet iets dat hoog in het vaandel stond. Om mij daarvoor (het gezin waar ik in opgroeide en de ‘ boze buitenwereld’) af te sluiten leefde ik voornamelijk in mijn eigen fantasiewereld, die door mij als ‘uiterst interessant’ werd ervaren. In wezen kan dit ook een verklaring zijn voor het aantal onderwerpen dat ik interessant vind, maar dat weet ik eigenlijk niet. Het beeld dat ikzelf van nieuwsgierigheid heb is: het grijpen van je geest naar iets dat je zelf als interessant ervaart, en daarvan de essentie willen begrijpen, en, in het geval van mijn werk, software ontwikkeling, dat iets verder uitbouwen naar een groter iets, dat weer verder uitbouwen etc. Mijn jeugd heeft in ieder geval het ‘delen van mijn nieuwsgierigheid met anderen en erover discussiëren’ beïnvloed: dat doe ik liever niet. “

‘IJdele’ nieuwsgierigheid

Foto spreekt voor zich

Maar er is meer aan de hand met de beeldvorming rondom nieuwsgierigheid. Het woord nieuwsgierigheid heeft voor een bepaalde groep mensen helaas een negatieve connotatie. Je kan hier meer over lezen in mijn blog: Nieuwsgierige vrouwen.

Een paar dagen na het gesprek met Mathijs interviewde ik iemand over nieuwsgierigheid. Hij had het over ijdele nieuwsgierigheid. Nieuwsgierig zijn voor de nieuwsgierigheid wordt vaak als ijdel, onnodig, nutteloos en onbeleefd ervaren. Leergierig zijn daarentegen wordt als wenselijk ervaren. Dit gaat dus over de waarde die we aan nieuwsgierig gedrag toekennen. Ik zie twee problemen bij deze tegenstelling tussen nieuwsgierigheid en leergierigheid.

Ten eerste laten mensen zich (on)bewust beïnvloeden door sociale normen en waarden over wat het leren waard is en wat niet. Ik maak mensen graag alert op dit soort (voor)oordelen. Je kent vast voorbeelden van mensen die een volgens jou onbenullige, nutteloze, vage of onbestemde hobby of interesse hadden, waar ze later hun carrière op hebben weten te baseren. En waarmee ze voor anderen van waarde zijn en zelf hun leven als betekenisvol ervaren. Is dat niet wat we iedereen toewensen?

Sociaal (wenselijk) nieuwsgierig

Een ander voorbeeld is de negatieve sfeer rondom sociale nieuwsgierigheid. Deze vorm van nieuwsgierigheid gaat over het willen begrijpen van hoe en waarom mensen zo doen als ze doen. Sociale nieuwsgierigheid heeft een enorm belangrijke rol in het aan- en afleren van sociaal wenselijk gedrag en voor het ontwikkelen van empathie. Sociale nieuwsgierigheid kan bijdragen aan open communicatie, het beter omgaan met conflicten en succesvol samenwerken. Open communicatie vraagt om een bepaalde mate van kwetsbaarheid en jezelf laten zien. Nieuwsgierige vragen leggen vaak deze kwetsbaarheid bloot en worden meer dan eens ervaren als een inbreuk op de privacy.

De tweede reden waarom ik de tweedeling in nieuwsgierig en leergierig niet ondersteun, is omdat we niet altijd precies weten waarom we iets willen weten. Noem het intuïtie of een onvermogen om dat wat je denkt of voelt te vertalen naar woorden. Maar iets trekt jouw aandacht en je wilt er meer over weten zonder voorbedacht doel. Het kan soms dagen of jaren duren voordat je ontdekt welk nut deze informatie heeft. Wat in eerste instantie het gelijk van anderen in de hand speelt.  Op deze wijze zijn echter de meest geweldige ontdekkingen gedaan en de meest creatieve ideeën ontwikkeld.

Mathijs’ visie op ‘goede’ of ‘foute’ nieuwsgierigheid

“Of nieuwsgierigheid ‘fout’ is hangt in mijn ogen af van de vraag waarom je nieuwsgierig bent. Komt het uit een negatief gevoel van eigenwaarde, waardoor je behoefte hebt om anderen zowel te bewonderen als onderuit te halen, dan kan ik me voorstellen dat dit als negatief wordt ervaren. Maar ook dan is nieuwsgierigheid niet het probleem, maar het onderliggende gevoel dat die nieuwsgierigheid opwekt.”

“(Toegeven aan) nieuwsgierigheid is een vorm van verbinden.”

“Je zou dus kunnen stellen dat nieuwsgierigheid “an sich” nooit verkeerd is. Bezien vanuit de zin van het leven: zie ik zaken als nieuwsgierigheid en levendigheid als “spiritueel” dan wel gezond. Met name als de nieuwsgierigheid geen achterliggende oorzaak lijkt te hebben, gewoon nieuwsgierig, willen weten wat je niet weet, een gerichtheid van binnen naar buiten, eerst weet je iets niet – maar je bent nieuwsgierig, dus je reikt ernaar uit. En op het moment dat je het weet ben je meer verbonden met het onderwerp dan ervoor: (toegeven aan) nieuwsgierigheid is een vorm van verbinden.”

Het verrassingseffect van nieuwsgierigheid

Bij het schrijven van zijn kinderboeken had Mathijs vooraf nog geen idee waar het verhaal heen ging. Hij begon met een bepaalde scene die hij in gedachten had en vandaar ontwikkelde het verhaal zich verder. En zo werkt het mijns inziens vaak met nieuwsgierigheid en creativiteit. Je weet van tevoren nog niet waar jouw nieuwsgierigheid je heen zal leiden en welke creativiteit het ontvlamt. Dat maakt nieuwsgierigheid juist zo aantrekkelijk en leerzaam. Want van dat doen wat je al weet en waarvan je de uitkomst al kent leer je niet zo veel. Maar ben je nieuwsgierig, dan word je steeds nieuwsgieriger. Het einde is zoek en dat maakt nieuwsgierigheid prettig verrassend en soms ongemakkelijk spannend tegelijk.

Ik wil koekjes, allemaal

Ik had de eer om twee kinderboeken die Mathijs geschreven heeft via de post te ontvangen. Ik probeerde, voor zover mogelijk, mijn hoofd leeg te maken en met een zo neutraal mogelijke stemming en blik de envelop open te maken. Alsof ik nog nooit van Mathijs had gehoord. Ik was benieuwd of ik dan net zo nieuwsgierig naar de inhoud van de boeken zou zijn.

Wat me het eerste opviel na het openen van de envelop waren de kleuren, de tekeningen en daarna de titels van de boeken. ‘Ik wil koekjes, allemaal’ en ‘Mijn spaarpot heeft honger’. En weg was mijn neutrale houding. Ik was meteen enthousiast en nieuwsgierig naar de verhalen die zich in deze boeken voor mij verborgen hielden.

Volgens mijn moeder was mijn eerste woordje niet papa of mama, maar cookie en werd ik koekie-monster genoemd. Door deze associatie met mijn eigen jeugd was ik al gelijk verkocht door de titel ‘Ik wil koekjes, allemaal’. Maar ook de tweede titel: ‘Mijn spaarpot heeft honger’ sprak bij mij gelijk tot de verbeelding. Ik kreeg het beeld van een spaarvarken dat honger had en op zoek ging naar geld om zijn hongerige buik mee te vullen. Hoe leuk zou het zijn als je spaarvarken uit zichzelf op zoek gaat naar geld en vervolgens vet gemest en voldaan terug komt om uit te rusten en jou onverwacht ‘rijk’ te maken?

Nog een pagina uit Mathijs’ boek ‘Ferry de boevendoder’ die tot de verbeelding spreekt

Verrassing maakt nieuwsgierig

De inhoud van de boeken was anders dan ik had verwacht. En juist daarom waren de boeken zo leuk om te lezen. Omdat ik het zelf niet had kunnen bedenken. Mathijs heeft een erg creatieve, aansprekende manier van schrijven. Of zoals hij het zelf omschrijft “Ik hou van structureren, bij kinderboeken doe ik dat onder andere door ontsporende gesprekken. Via ‘logische’ associaties de raarste wendingen bedenken.”

Je wordt hierdoor als lezer verrast en je leeft met de hoofdpersonages mee en vraagt je af wat er op de volgende bladzijde gaat gebeuren. Nou ja, dat is hoe ik het lezen van deze boeken beleefde. Ik moet de boeken nog bij mijn kinderen testen.

Replace judgement with curiosity

Wat het lezen van deze boeken voor mij extra spannend maakte, was het idee dat ik zo ook een kijkje in de gedachten van Mathijs kreeg. Tijdens het gesprek was het al snel duidelijk dat Mathijs erg creatief is en een sterke verbeelding heeft. Ik dacht hierover na en betrapte mezelf op de volgende gedachte: van een kinderboekenschrijver verwacht ik dat hij nieuwsgierig en creatief is. Ik verwacht van een schrijver misschien wel dat hij psychologie heeft gestudeerd. Maar ik verwacht niet direct dat hij technische natuurkunde heeft gestudeerd en in het dagelijks leven programmeur is. Vervolgens dacht ik andersom. Van een programmeur verwacht ik dat hij gefocust, gedisciplineerd en goed in exacte vakken is, maar niet direct dat hij creatief is in de zin van het schrijven van kinderboeken. En wanneer iets niet binnen ons bestaande referentiekader past sluiten we deze mogelijkheid voor het gemak uit. Totdat ons ongelijk wordt bewezen en we ons referentiekader aanpassen. Dat wil zeggen wanneer we open staan voor het aanpassen van ons referentiekader.

Ik, maar ook vele anderen vullen op basis van leeftijd, man –vrouw zijn, iemands type of niveau van opleiding en beroep in hoe iemand denkt. Maar ook het type bedrijf of organisatie waar iemand werkt, kledingstijl, taalgebruik, accent, dialect en vele ander details bepalen ons beeld van een persoon. Op basis van dit beeld schatten we in op welke manier iemand nieuwsgierig is, welke interesses iemand wel of niet heeft, over welke talenten hij wel of niet beschikt en misschien zelfs welke potentieel iemand heeft.

Ik hoop dat dit blog je even stil doet staan bij de vraag in hoeverre jij over jezelf en anderen oordeelt. Merk je dat je over jezelf of anderen oordeelt? Dan hoop ik dat je nu nieuwsgierig wordt naar waar dat oordeel vandaan komt.

En dan kan ik deze blog natuurlijk niet eindigen zonder Mathijs te vragen hoe hij nu over zijn nieuwsgierigheid denkt. Zijn kijk op de mate waarop hij nieuwsgierig is heeft hij iets bijgesteld. “Ik zie nu dat ik mijn nieuwsgierigheid heb gericht op hele specifieke onderwerpen waar ik ontzettend manisch en blij van kan worden. Zeer nieuwsgierig naar een aantal specifieke onderwerpen en niet nieuwsgierig naar de rest.”

Hoe nieuwsgierig vind jij jezelf?

En welk beeld en vooroordeel weeg jij mee in jouw oordeel over jouw nieuwsgierigheid? Ik hoor het graag van je via de comments of via de mail: danae.bodewes@fontys.nl

FavoriteLoadingVind ik leuk

Over Danae Bodewes

Onderzoeker bij Lectoraat Business Entrepreneurship Thema's: ondernemerschapsonderwijs, nieuwsgierigheid, informeel en non-formeel leren. Hoe ziet een leven lang nieuwsgierig eruit? In een reeks portretten genaamd Nieuwsgierige Types geef ik de komende maanden een gezicht aan nieuwsgierigheid, ondernemendheid, informeel en non-formeel leren. Ter voorbereiding van mijn nog te publiceren boek over nieuwsgierigheid interview ik personen van verschillende achtergronden en leeftijden over hun nieuwsgierigheid, fascinaties en hoe deze bijdragen aan hun ondernemendheid.