Het hoger onderwijs in Nederland heeft zich de afgelopen decennia sterk ontwikkeld en gedifferentieerd. Waar onderwijs ooit een vaste, hiërarchische structuur volgde, zien we nu dat flexibiliteit, autonomie en samenwerking met externe partijen steeds belangrijker zijn geworden. In dit artikel bespreek ik drie belangrijke hoofdstromingen binnen het hoger onderwijs: Solid State, Fluid State en Open State. Deze vormen van onderwijs verschillen fundamenteel in hun structuur, de rol van de docent, de verwachtingen van de student, en de samenwerking met externe partijen. Een krachtige metafoor voor deze ontwikkeling is te vinden in de wereld van de biologie, waar onderwijsstructuren vergelijkbaar zijn met de overgang van een element, naar een cel, naar een organisme.

Solid State Onderwijs: Het Element

Solid State onderwijs, ook wel cursus-gebaseerd onderwijs genoemd, vertegenwoordigt de meest gestructureerde en hiërarchische vorm van onderwijs. Dit systeem is vergelijkbaar met een chemisch element: stabiel, vast en onveranderlijk. Net zoals een element weinig tot geen interactie heeft met andere elementen, is er in Solid State onderwijs weinig ruimte voor externe invloeden.

In dit model zijn de leerdoelen, de inhoud en de toetsing strikt vastgelegd. De docent heeft een centrale rol in het bepalen van de route die de student moet volgen. Studenten worden door het onderwijssysteem geleid alsof ze elektronen zijn die rond een atoom draaien: ze volgen een vast pad dat door de docent is bepaald. Externe organisaties of lectoraten spelen nauwelijks een rol, omdat de onderwijsstructuur te rigide is om externe invloeden te accommoderen.

Onderwijskundig perspectief

Vanuit het spinnenwebmodel van Van den Akker zien we dat de consistentie tussen leerdoelen, inhoud en toetsing in Solid State onderwijs sterk is. Alles is van tevoren bepaald, waardoor studenten zekerheid hebben over wat er van hen verwacht wordt. De focus ligt op kennisoverdracht, waarbij behaviorisme en cognitivisme de dominante leertheorieën zijn. Studenten leren door te reproduceren wat hen is onderwezen, en de toetsvormen zijn klassiek, zoals tentamens en casustoetsen.

Docent perspectief

Als docent in Solid State onderwijs ben ik vooral een kennisoverdrager. Mijn tijd gaat naar het voorbereiden van lessen, het ontwikkelen van tentamens, en het geven van hoorcolleges. Ik begeleid studenten weinig in hun leerproces; mijn rol is vooral die van beoordelaar. Hoewel ik wel eens gastsprekers uitnodig, is de samenwerking met bedrijven beperkt omdat het onderwijs te statisch is voor praktijkgerichte invloeden.

Student perspectief

Binnen Solid State onderwijs was mijn rol als student duidelijk: ik moest theorie leren, tentamens maken en opdrachten uitvoeren binnen de vastgestelde kaders. Er was weinig ruimte voor creativiteit of het zelf vormgeven van mijn leerproces. Wat ik waardeerde, was de voorspelbaarheid en structuur, maar de mogelijkheid om mijn eigen pad te kiezen was er niet. Dit onderwijsmodel draaide vooral om kennisreproductie en minder om zelfontwikkeling.

Fluid State Onderwijs: De Cel

Fluid State onderwijs vertegenwoordigt een meer flexibele vorm van onderwijs, vergelijkbaar met een cel. Een cel heeft een duidelijke structuur, maar laat ook stoffen binnen en buiten via het celmembraan. In dit onderwijssysteem worden studenten uitgedaagd om samen te werken aan projecten, waarbij de leerdoelen vaststaan, maar de route naar het behalen van die doelen variabel is.

Fluid State onderwijs geeft studenten meer autonomie, maar binnen duidelijke kaders. De docent is niet langer de enige kennisbron; externe organisaties en lectoraten spelen een grotere rol in het aanbieden van praktijkgerichte projecten. Toch blijft de structuur van het onderwijs herkenbaar en overzichtelijk.

 

Onderwijskundig perspectief

Binnen het spinnenwebmodel van Van den Akker ontstaat er in Fluid State onderwijs meer flexibiliteit tussen de verschillende componenten van het curriculum. De leerdoelen blijven bestaan, maar de route en de toetsvormen kunnen per student of project verschillen. Externe organisaties worden betrokken via projecten die relevant zijn voor de praktijk. Constructivisme, waarbij studenten actief hun eigen kennis opbouwen door interactie met hun omgeving, is hier de dominante leertheorie.

Docent perspectief

Als docent in Fluid State onderwijs ben ik minder een kennisoverdrager en meer een begeleider. Mijn tijd besteed ik aan het begeleiden van projectgroepen, het organiseren van contacten met bedrijven, en het monitoren van het leerproces. De uitdaging is om projecten relevant en haalbaar te houden binnen de afgesproken leerdoelen, terwijl studenten ook de vrijheid krijgen om hun eigen route te bepalen. Samenwerkingen met lectoraten en bedrijven zijn vaak noodzakelijk om praktijkervaring te integreren in het curriculum.

Student perspectief

In Fluid State onderwijs had ik meer vrijheid dan in een klassiek onderwijssysteem. Ik werkte aan projecten die vaak werden geïnitieerd door externe bedrijven of lectoraten, en ik leerde door te doen. De toetsing was vaak gebaseerd op projectresultaten, presentaties en portfolio’s, waardoor ik meer kon laten zien wat ik had geleerd in de praktijk. Dit model heeft me geholpen om kritisch te leren denken en problemen zelfstandig op te lossen.

Open State Onderwijs: Het Organisme

Open State onderwijs is het meest flexibele en autonome onderwijssysteem, te vergelijken met een complex organisme. In dit systeem werken docenten, studenten, lectoren en externe organisaties in een dynamisch netwerk. Rollen en verantwoordelijkheden lopen door elkaar heen, net zoals de functies van verschillende organen in een organisme.

In Open State onderwijs wordt het leerproces niet langer bepaald door vaste leerdoelen en kaders. In plaats daarvan staat de leervraag van de student centraal, en worden leerdoelen gevormd naar gelang de behoeften van het project of de vraagstelling. Studenten ontwikkelen zich autonoom en zelfstandig, met veel ruimte voor creativiteit en innovatie.

 

Onderwijskundig perspectief

In Open State onderwijs is het spinnenwebmodel van Van den Akker zo flexibel dat elk onderdeel van het curriculum voortdurend in beweging is. De leerinhouden en toetsvormen kunnen variëren afhankelijk van de student en het project. Er is een sterke betrokkenheid van externe partijen, en projecten worden vaak multidisciplinair uitgevoerd. Constructionisme en connectivisme zijn de dominante leertheorieën; leren gebeurt in netwerken en door actieve interactie met de omgeving.

Docent perspectief

Als docent in Open State onderwijs ben ik meer een coach en facilitator. Ik help studenten om hun eigen leerdoelen te formuleren en te bereiken, en ik ondersteun hen in hun leerreis. De samenwerking met lectoraten en bedrijven is sterk; vaak zijn zij direct betrokken bij het aanbieden van complexe, real-world vraagstukken. Mijn rol is om studenten te begeleiden in dit dynamische proces en hen te helpen bij het verbinden van theorie en praktijk.

Student perspectief

In Open State onderwijs had ik de vrijheid om mijn eigen leerproces vorm te geven. Ik werkte aan complexe projecten met bedrijven en lectoraten, en de toetsing was gebaseerd op mijn leerontwikkeling en reflectie. Dit onderwijsmodel heeft me geholpen om zelfstandig te worden, mijn eigen leervragen te formuleren en mijn weg te vinden in een snel veranderende wereld.

Van Stabiliteit naar Dynamiek

De biologische analogieën van het element, de cel en het organisme illustreren hoe onderwijsvormen in het hoger onderwijs evolueren van een gestructureerde, hiërarchische vorm naar een dynamisch en zelfsturend proces. Solid State onderwijs biedt studenten stabiliteit en duidelijkheid, maar beperkt hun autonomie. Fluid State onderwijs creëert een balans tussen structuur en flexibiliteit, terwijl Open State onderwijs de student volledige vrijheid geeft om zijn eigen leerproces vorm te geven. Elk van deze onderwijsvormen speelt een belangrijke rol in het creëren van verschillende soorten leerervaringen en vaardigheden voor studenten in het Nederlandse hoger onderwijs.

De veranderende rol van de docent, de toenemende verwachtingen van studenten, en de betrokkenheid van externe organisaties onderstrepen de groeiende complexiteit van het onderwijslandschap. Dit proces van evolutie weerspiegelt een bredere verschuiving van kennisoverdracht naar kenniscreatie, waarin leren niet alleen plaatsvindt binnen de muren van het klaslokaal, maar in een netwerk van relaties tussen studenten, docenten, lectoraten en de buitenwereld.

*Dit artikel is gestructureerd met de hulp van ChatGPT.

FavoriteLoadingVind ik leuk

Over Dries van den Enden

Sr. Docent Fontys - iFontys/Innoversity lid - Oprichter van de minor Data Driven Business Lab - Praktisch onderzoeker naar Hybride onderwijs (waar student, docent en werkveld van en met elkaar leren).