In 1968 al werd er door Robert Rosenthal en Leonore Jacobson onderzoek gedaan naar vooroordelen en het effect daarvan op mensen. Iets dat zij toen het ‘pygmalion effect’ noemden, maar wat veel overeenkomsten vertoont met de meer bekende term ‘selffulfilling prophecy’.

Robert en Leonore deden een experiment in het onderwijs. Willekeurige kinderen werden uit een klas geselecteerd en onderworpen aan een intelligentie onderzoek. Althans, dat werd de docenten verteld. Het intelligentie onderzoek vond echter niet plaats en de kinderen kregen random een IQ score toegewezen. Sommige kinderen een beduidend lagere score en sommigen een hoge score. Nogmaals; volkomen random! En toen bleek het bizarre resultaat.. De resultaten van de kinderen die aangemerkt werden een hoog IQ te hebben, werden gedurende de periode daarna beduidend beter. En de resultaten van de kinderen met een zogenaamd laag IQ werden slechter.

Ook de feedback die de docenten gedurende het experiment gaven over de leerlingen volgden dit patroon. De leerlingen van wie de IQ test lager was werden omschreven als ‘traag, onverschillig en ongeïnteresseerd’ en de leerlingen met een hoog IQ werden omschreven als ‘fit, wakker, alert en nieuwsgierig’. En nogmaals.. de IQ resultaten waren volkomen random! Het experiment werd afgebroken en de brokstukken gelijmd..

Later is dit experiment ook bij volwassenen herhaald. De resultaten waren hier verbluffend gelijk.

De ‘gewone mens’ op de werkvloer

Toen ik las over dit experiment, moest ik onmiddellijk denken aan een ervaring van mijzelf jaren geleden toen ik als jong meisje pas was gestart met werken. Ik werkte op de HR afdeling van een grote internationale organisatie. Om gevoel te krijgen met ‘de werkvloer’ liep ik een dagje mee in het warehouse waar alle medicijnen en medische hulpmiddelen werden verzameld om naar apotheken en ziekenhuizen te worden gebracht. Orders pikken in het magazijn. Weinig uitdagend werk, veel repeterend werk, veel staan en lange dagen maken. ‘Dat kun je alléén volhouden met leuke collega’s en een goed salaris’ dacht ik.

Maar ik raakte in gesprek met een dame die al jaren lang orders pikte. Zij vertelde vol passie over haar vak. Ze had graag apothekersassistente of doktersassistente willen worden, maar studeren lag haar niet, dus die droom zou ze niet kunnen waar maken. Maar doordat ze de kans had gekregen om in het magazijn vol medicijnen te werken, kon ze toch iets goeds doen voor de samenleving. Dankzij háár kregen mensen de juiste medicatie en konden ze beter worden, legde ze uit. Ze was heel dankbaar én gepassioneerd.

En ik ben tot op de dag van vandaag heel dankbaar voor mijn gesprek met haar. Dankbaar dat ik van haar mocht leren en dankbaar dat zij haar verhaal met mij wilde delen. Want het heeft mijn kijk op werken voor goed veranderd. Ook ik had een heel groot vooroordeel. Ik verlaagde het werk van deze vrouw tot ‘weinig uitdagend en saai’. Ik benaderde haar als weinig intelligent en als slechts een van de vele magazijnmedewerkers. Wat zat ik er naast! Want wie ben ik om zo te oordelen? Deze dame had gewoon hartstikke gelijk! En zij droeg meer bij aan de maatschappij dan ik op dat moment..

De vooroordelen die voortkomen uit hiërarchie

Ik gebruik dit voorbeeld vaak ook bij mijn studenten; de managers van de toekomst. In de hoop dat het hen nu al inzicht geeft in dat wat ik pas later leerde. Want helaas kom ik deze vooroordelen ook veel tegen in organisaties waar ik kom. Werknemers moeten doen wat hen wordt opgedragen, volgen procedures en instructies van het management. Het management heeft immers gestudeerd of heeft veel ervaring en weet hoe het moet. En werknemers voelen weinig ruimte om zelf ideeën te mogen inbrengen of het management te wijzen op fouten. En zo worden mooie mensen met goede ideeën klein gehouden door vooroordelen; door hiërarchie en organisatie structuren. En dat terwijl in mijn ogen de oplossing voor heel veel issues ligt bij de mensen die er dagelijks mee te maken hebben. Die weten hoe het zou moeten. En ze hebben vaak zo veel mooie ideeën. Ze willen alleen maar gehoord worden…

Het pygmalion effect.. al in 1968 ontdekt.. en nu meer dan 50 jaar later nog steeds actueel. Tijd voor een goed gesprek..?!

In de aflevering ‘Hocus pocus werkgeluk’ heb ik het met Ralf Ghijsen ook over de vooroordelen die we vaak hebben over anderen. We nemen aan hoe het zit met de ander zonder er naar te vragen. Terwijl écht contact cruciaal is. Benieuwd? Luister deze aflevering én alle andere afleveringen van de podcast serie ‘werkgeluk de baas’ via https://share.transistor.fm/s/7c436611 Of via spotify: https://open.spotify.com/episode/0gnMjwaAPV5Z8FxUKinYdV?si=b62aebabcbe742af

FavoriteLoadingVind ik leuk

Over Rosalie Reichardt

Ik ben er van overtuigd dat wanneer mensen met passie en plezier doen waar ze goed in zijn, je organisatie als vanzelf floreert. Wat mij betreft ligt daar de uitdaging voor leiders van nu. In mijn onderzoek naar leiderschap en werkgeluk, ben ik over één ding zeker: als leidinggevende ben je niet verantwoordelijk voor het werkgeluk van anderen, maar je hebt meer invloed dan je wellicht zelf denkt. Ik ben Rosalie Reichardt: docent, onderzoeker en coach bij Fontys Hogescholen. Werkgeluk en talentontwikkeling zijn voor mij DE thema’s waar het over zou moeten gaan in organisaties. Al enige jaren doe ik onderzoek naar werkgeluk. Je zou kunnen zeggen dat het mijn persoonlijke zoektocht is geworden naar de combinatie tussen geluk en succes. Ik ben gefascineerd door dat wat mensen drijft, waarom mensen doen wat ze doen, maar ook wat mensen nodig hebben om het beste uit zichzelf te halen. Want dat dat soms een struggle is, herken ook jij vast wel. Ook voor mij is het iedere dag zoeken naar balans. Nog steeds.. In mijn onderzoek, artikelen, podcast én dit blog wil ik mensen prikkelen om na te denken over hun eigen werkgeluk en dat van het team. Wat heb je te doen om succesvol te zijn? Ik neem je mee in mijn belevenissen en ervaringen en deel ook mijn eigen uitdagingen graag met jou.