In de snel evoluerende wereld van wetenschap en technologie is er een belangrijke beweging gaande die de toegang tot wetenschappelijke informatie revolutionair verandert. Deze internationale beweging, bekend als Open Access (OA), streeft naar het gratis en openbaar beschikbaar maken van wetenschappelijke publicaties en data. Open Access is een onderdeel van een bredere visie genaamd Open Science, waarbij wetenschap in het algemeen meer open, wereldwijd, samenwerkend, creatief en toegankelijk voor de samenleving wordt.

Voordeel: toegang voor iedereen

Het meest voor de hand liggende voordeel van Open Access is dat wetenschappelijke informatie vrij beschikbaar is voor iedereen, overal ter wereld. Dit betekent dat studenten, onderzoekers, beleidsmakers en nieuwsgierige geesten zonder financiële barrières toegang hebben tot kennis. Geen dure abonnementen of andere financiële belemmeringen als obstakels.

Snellere wetenschappelijke vooruitgang

Open Access draagt bij aan een snellere vooruitgang in de wetenschap. Het delen van onderzoeksresultaten stelt andere onderzoekers in staat om voort te bouwen op bestaande kennis. Hierdoor kunnen nieuwe ontdekkingen sneller worden gedaan, dubbel werk wordt vermeden en de efficiëntie van de wetenschappelijke gemeenschap wordt vergroot.

Transparantie

Een ander voordeel van Open Access is transparantie. Door onderzoek openbaar te maken, kunnen anderen hun eigen resultaten verifiëren en beoordelen. Dit draagt bij aan de kwaliteit van onderzoek, omdat fouten en frauduleuze praktijken eerder worden ontdekt en gecorrigeerd.

Mondiale samenwerking

Open Access stimuleert mondiale samenwerking. Onderzoekers kunnen nu eenvoudig samenwerken, ongeacht hun geografische locatie. Dit leidt tot onderzoeksprojecten die nog meer divers en inclusief zijn.

Open Access voor Hogescholen

In een brief (uit 2017) aan de Tweede Kamer nam de toenmalige staatssecretaris Dekker het standpunt in dat publiek gefinancierd onderzoek in principe vrij toegankelijk zou moeten zijn. Dit was een belangrijke stap richting Open Science in Nederland. In 2017 werd het Nationaal programma voor Open Science (NPOS) gepresenteerd, dat tot doel had Open Science op nationaal niveau te bevorderen, zowel voor universiteiten als hogescholen. Hoewel universiteiten en hogescholen overeenkomsten delen in hun aanpak van Open Science, zijn er ook opvallende verschillen.

Volgens de Vereniging Hogescholen (VH) betekent Open Science voor hogescholen meer dan alleen Open Access voor wetenschappelijke publicaties. Het omvat de openheid van een breed scala aan producten van praktijkgericht onderzoek, zoals modellen, artefacten, protocollen, prototypen, demonstraties en meer. Deze openheid is cruciaal voor het vergroten van de impact van praktijkgericht onderzoek (Vereniging Hogescholen, 2019).

Naast dat VH pleit voor een diversiteit van onderzoekoutput is er ook een ander aspect dat het publiceren in het hbo anders maakt dan bij universiteiten is het auteursrecht. Dat zit als volgt: volgens de toepassing van de Auteurswet binnen hbo heeft de werkgever (de hogeschool) het recht op werken die in de uitoefening van de functie door de werknemer worden gemaakt ten behoeve van de hogeschool. Daarnaast is het onderzoek bij het hbo nog vol in ontwikkelingen als het gaat over de voorwaarden (denk aan de kwaliteit, cultuur, organisatie) die hoogwaardig onderzoek helpen te borgen. Het is logisch dat er vraagstukken ontstaan waar er nog gewerkt moeten worden, bijvoorbeeld:

Financiën

Hoewel Open Access de toegang voor open publiek vergroot, creëert het financiële zorgen voor de kennisinstellingen. Het Open publiceren kost, namelijk, geld. Momenteel dragen auteurs of hun instellingen vaak de kosten voor publicatie.

Kwaliteitscontrole

Een belangrijke zorg is de kwaliteit van OA-publicaties, vooral voor de werk die niet bijvoorbeeld een review hebben gepasseerd van (vak)tijdschriften. Het is dan van cruciaal belang dat onderzoekers zelf verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van hun werk. Toch reist de vraag of binnen Open Access duidelijke criteria en normen voor kwaliteit moeten geëist worden, en moeten hogescholen mechanismen ontwikkelen om deze te waarborgen.

Culturele verandering

Open Access vereist een culturele verandering in de wetenschappelijke gemeenschap. Niet alle onderzoekers zijn bereid om hun werk makkelijk te delen, en sommigen zijn terughoudend om traditionele publicatiemodellen los te laten. Veel prestigieuze tijdschriften bieden geen gratis OA-publicaties. Het publiceren in deze tijdschriften kan zowel onderzoekers als instellingen aanzien en erkenning opleveren.

Om onderzoekers een platform voor OA te kunnen bieden voor het praktijkgerichte onderzoek startte het project Nationaal Platform Praktijkgericht Onderzoek, met in 2022 als resultaat de presentatie van een platform onder de naam ’Publinova‘. Op dit platform kunnen onderzoekers hun projecten delen met een breed publiek, uiteenlopend van mede-onderzoekers en instellingen tot professionals uit het bedrijfsleven. Het platform maakt praktijkgericht onderzoek daarmee openbaar en toegankelijk op een landelijk niveau. Naast een grote hoeveelheid praktijkgericht onderzoek bevat het platform informatie over de mensen en instellingen achter de publicaties. Zo kunnen onderzoekers gemakkelijk nieuwe samenwerkingen opzetten.

Door actief deel te nemen aan dit platform, zorgen onderzoekers er niet alleen voor dat deze samenwerking en kennisdeling bijdragen aan het beantwoorden van maatschappelijke en professionele vraagstukken, maar ook dat bovengenoemde vraagstukken ter discussie kunnen worden gesteld. Op deze wijze dragen zij bij aan het verbeteren van de kwaliteit van praktijkgericht onderzoek.

Fontys Hogeschool

Fontys doet mee aan deze samenwerking. Via Publinova kunnen Fontys-onderzoekers al een kijkje nemen naar wat er al beschikbaar is op het platform. Inmiddels is Fontys goed vertegenwoordigd.  Maar nog niet alle Fontys lectoraten en onderzoekers zijn te vinden op dit platform. Om actief te kunnen bijdragen aan het platform kunnen onderzoekers hun werk deponeren in de Fontys repository Sharekit, met als voorwaarde dat gepubliceerde onderzoeken bijdragen aan het beantwoorden van vragen binnen de maatschappij of de beroepspraktijk. Meer informatie en handleidingen zijn hier te vinden.

FavoriteLoadingVind ik leuk

Over Masha Boosten

Ik ben afgestudeerd aan de Universiteit van Tilburg, masteropleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen met de focus op cognitieve processen en kunstmatige intelligentie. De machine learning technieken en datavisualisatie vielen onder mijn onderzoeksonderwerpen. Echter tekst analyses (Natural Language Technologies) horen tot mijn favoriete onderwerp en mijn meest bekende kennisgebied. Binnen Fontys ben ik momenteel nauw betrokken bij het ontwikkelen van visie en kaders voor Open Access als adviseur binnen team Onderwijsinnovatie van dienst O&O. Maar ik sta ook voor de klas bij Fontys Communicatie.