Samen op zoek naar vakmensen! Dat is de kern van het advies van SER Brabant voor de toekomstige arbeidsmarkt in de provincie Brabant. De Brabantse economie groeit als kool, maar er is een prangend tekort aan vakmensen. Er zijn te weinig mensen aan het werk, de arbeidsmobiliteit is te laag en het leerklimaat in de scholen sluit nog te weinig aan op het ‘leren leren’. De belangrijkste vragen zijn: hoe blijven burgers hun leven lang in de running? Hoe moeten we samenwerken om dat te bereiken? Dit probleem speelt niet alleen in Brabant. De uitdaging is bekend. De oplossing ook: een Leven Lang Leren staat al geruime tijd op de bestuurlijke agenda. Maar toch komt het in de praktijk niet goed van de grond. Hoe krijgen we het tij gekeerd?

Op woensdag 28 maart jl. was ik aanwezig op een brainstormsessie over Leven Lang Leren, georganiseerd door het Breed Platform Arbeid, een samenwerkingsverband van lectoren op het gebied van HRM en Arbeid (inmiddels een groep van bijna 30 lectoren van 11 hogescholen). Samen met vertegenwoordigers uit het werkveld ─ zoals VNO/NCW, directeuren en HRM’ers van organisaties uit de publieke en private sector, belangenverenigingen – hebben we gebrainstormd over de belangrijkste aandachtspunten wat betreft Leven Lang Leren, en waar aanknopingspunten liggen voor samenwerking in praktijk en onderzoek. Een interessante en inspirerende bijeenkomst. Ik neem u mee aan de hand van een aantal prikkelende uitspraken.

We zijn allemaal drie maandsalarissen verwijderd van de bijstand

Oef. Die is hard. Maar wel een wake-up call. Een Leven Lang Leren lijkt vooral niet over onszelf te gaan, maar over oudere werknemers, over mensen die hun opleiding niet afgemaakt hebben, over mensen wiens baan door de automatisering en robotisering dreigt te verdwijnen, over mensen met een arbeidsbeperking. Inderdaad, we hebben best een aardig beeld van wie nu kwetsbaar is op de arbeidsmarkt. Maar wie zijn eigenlijk de kwetsbaren op de arbeidsmarkt van de toekomst? Dat kunnen heel goed de vele zzp-ers zijn die geen tijd hebben om een cursus te volgen of de ontwikkelingen in het vak bij te houden omdat er simpelweg geld in het laatje moet komen. Of al die mensen die nu zo hard werken en vanwege de werkdruk – in welke sector is die niet hoog? – geen tijd hebben voor scholing en ontwikkeling. Kortom: u en ik zijn misschien ook wel de nieuwe kwetsbare op de toekomstige arbeidsmarkt. Ik ben wakker geschud.

Organisaties richten zich op het voorkomen van ongewenst verloop, maar eigenlijk zou het moeten gaan om het voorkomen van ongewenst verblijf

Sturen we in onze aanpak wel op de goede dingen? We lijken vooral op de angstknop te drukken, te benadrukken wat je niet goed kan en wat je moet. We hebben het in de bijeenkomst veel gehad over de vraag hoe je mensen kunt motiveren en stimuleren om te blijven leren, ontwikkelen en te bewegen. Vanuit eigen beweging, want ‘eigenaarschap nemen’ over je eigen ontwikkeling is van belang. Ofwel: het gaat niet om moeten, maar om willen. Er zin in hebben om met jezelf aan de slag te gaan en te blijven. Het inzetbaar blijven is weliswaar een individuele verantwoordelijkheid, maar daar blijft het niet bij. Het creëren van een lerende en ontwikkelingsgerichte context is een collectieve verantwoordelijkheid. Immers, het is belangrijk dat we de mens niet steeds proberen aan te passen aan het systeem, maar het systeem aan de mens. Zo luidt de conclusie van een aantal subgroepjes in de brainstorm. Hoe kunnen we in onze organisaties en in onze samenleving komen tot een ontwikkelingsgerichte cultuur? En hoe borgen we dat, zodat het niet bij mooie woorden alleen blijft? En dat betekent onder meer dat organisaties niet zo hard moeten proberen om mensen vast te houden, maar juist zichzelf moeten zien als één van de schakels in de keten van werkgevers in de loopbaan van een persoon. We werken een tijdje samen, maken er wat moois van en gaan dan weer verder: Circulair werkgeverschap.

Hoe combineer je de hedendaagse noden en behoeften met die van de toekomst?

Er zitten wat gekke spanningen in hoe we nu met leren en werken omgaan. Aan de ene kant hechten werkgevers veel aan diploma’s als ze mensen aannemen. Als je niet het juiste papiertje hebt – of zelfs helemaal geen opleiding – val je buiten boot of wordt het wel heel moeilijk om steeds mee te mogen varen. Aan de andere kant zijn werkgevers niet tevreden over wat studenten leren in het onderwijs en starten ze eigen academies om hun medewerkers op te leiden. Zonder erkende kwalificaties. Ook wordt er in het bedrijfsleven veel waarde gehecht aan leren op de werkplek. De 70-20-10 regel van Jennings tiert welig. Dat leidt allemaal tot heel waardevolle kennis en ervaring, maar niet tot erkende diploma’s en certificaten. Dat hoeft allemaal niet zo’n probleem te zijn, maar we maken er wel een probleem van. De beste oplossing is, zo stelt ook SER Brabant, een duurzame samenwerking tussen onderwijs, werkgevers en overheid. Samen werken en samen leren. En al vanaf het basisonderwijs, want daar wordt de kiem gelegd voor het leren leren en de lol in ontwikkeling en groei.

Van Leven Lang Leren naar Oeverloos Ongegeneerd Ontwikkelen

Mijn belangrijkste les van de bijeenkomst is dat een Leven Lang Leren vooral vraagt om reframing. Het gaat niet om leren, maar om ontwikkelen. Leren verwijst voor veel mensen naar iets moeten, school en saai. Als ik aan mijn kinderen vraag of ze nog moeten leren beginnen ze al te zuchten. Nu even niet, ze zitten net even via de satellietfoto’s op google maps te kijken hoe de grens tussen de USA en Mexico er nu bij ligt. Hé, moet je eens zien hoeveel water de aarde heeft als je uitzoomt!

De bijeenkomst wordt afgesloten met de gouden tip: laten we het niet meer hebben over Leven Lang Leren, maar over oeverloos ongegeneerd ontwikkelen.

Marian Thunnissen

Lector Dynamische Talentinterventies

Fontys Hogeschool HRM en Psychologie

FavoriteLoadingVind ik leuk