De student die ik spreek tijdens mijn spreekuur als studentconsulent1 bij FHMG, ken ik al een tijdje. Hij is een vluchteling, die ondanks zijn beladen verleden en een berg aan uitdagingen in het heden, zijn bachelor verpleegkunde wil behalen. Hij is gemotiveerd tot op het bot maar zijn studie verloopt moeizaam. Vanuit zijn cultuur en door een groot gezin met jonge broers, wordt in de thuissituatie een enorm beroep op hem gedaan en kan hij minder tijd aan school besteden dan hij zou willen. Het gevolg daarvan is, dat hij alles in een razend tempo doet, alsof hij voortdurend het idee heeft achter te lopen. Als ik hem binnenroep in de spreekkamer, is dat niet anders: met een berg aan spullen stuift hij naar binnen, en nog voor we goed en wel zitten begint hij te vertellen. Overigens niet nadat hij eerst heeft gevraagd hoe het met mij gaat. Ik kijk naar hem en alles gaat snel: zijn praten, zijn ademhaling, zijn bewegingen. Onder het bureau hoor ik zijn voet voortdurend ritmisch tikken. Zijn blik blijft nooit langer dan een halve seconde ergens op rusten en in zijn waterval aan woorden kan ik maar moeilijk een lijn ontdekken. Ik maak met mijn handen een ‘time-outgebaar’ en zeg met een knipoog dat hij wel moet blijven ademhalen. Hij moet lachen, en lijkt hierdoor iets meer achterover te gaan zitten. Hij vertelt slecht te slapen; ook als hij vroeg naar bed gaat, ligt hij tot 2.00 uur, 3.00 uur wakker. Als ik vraag of hij de relatie ziet tussen zijn enorme tempo en het niet kunnen slapen, kijkt hij mij aan alsof ik een ingewikkeld natuurkundig vraagstuk aan de kaak stel.

Omdat ik graag makkelijke voorbeelden of metaforen gebruik om zaken duidelijk te maken, denk ik na over hoe ik deze relatie voor de student kan duiden. Ik teken twee treinsporen, even lang, met op dezelfde plek een station. Aan het begin van elk spoor teken ik een trein, met boven de ene trein “300 km/uur” en boven de tweede trein “60 km/uur”. Ik vraag aan de student wanneer deze treinen moeten remmen om bij binnenkomst op het station stil te kunnen komen staan. De student reageert direct: “Die van 300 km/uur is al te laat met remmen, en die langzame kan nog wel even wachten.” Ik vraag nieuwsgierig of hij het verband met zijn slapeloze nachten al ziet. Dat kwartje is nog niet gevallen. Dus zet ik boven elk station “slaap” erbij, en probeer uit te leggen dat hij in feite elke avond te laat remt. Dat hij met 300 km/uur zijn bed in stuift, en dan bij lange na nog niet stil staat. Dat tegen de tijd dat hij werkelijk stil staat, de conducteur hem alweer met een snerpend fluitje tot actie maant. Ik zie de student knikken, maar weet niet helemaal zeker of ik werkelijk tot hem doordring. Ik weet dat hij geneigd is vanuit beleefdheid snel bevestigend te antwoorden, of te knikken. Dus ik laat het voor dat moment even los: als hij er wat van meekrijgt is dat mooi. We spreken over zijn studieresultaten, over de spagaat waarin hij in zijn thuissituatie voortdurend lijkt te zitten en over zijn aanstaande herkansing die allesbeslissend is. Ik vraag of hij voldoende ruimte heeft om te studeren. Figuurlijk, maar vooral ook letterlijk. We bekijken samen of hij tijdens de toetsweek even ergens anders zou kunnen slapen, zodat hij het beroep dat thuis op hem wordt gedaan, niet steeds hoeft te weigeren. Hij zal erover nadenken. Inmiddels zit hij wat minder rechtop, is zijn ademhaling rustiger, en kijkt hij mij aan als hij tegen me praat.

Als we afronden en ik hem succes wens met zijn toetsen, blijkt dat de trein goed is aangekomen: “Nou mevrouw, ik kwam binnen als een sneltrein, en ik ga weg als een sprinter!” We geven elkaar een hand en moeten allebei lachen als ik eraan toevoeg: “Nu nog oefenen voor stoptrein…”

© Els Coolen

 


  1. Net als op de meeste opleidingen heeft iedere student bij Fontys Hogeschool Mens en Gezondheid, een studieloopbaanbegeleider. Daarnaast kunnen studenten met studieproblemen, op welk gebied dan ook, terecht bij een van de studentconsulenten. We bekijken samen met de student of we hem of haar direct kunnen helpen, of dat er extra begeleiding nodig is en indien nodig verwijzen we de student door naar externe hulpverlening.
FavoriteLoadingVind ik leuk

Over Els Coolen

Studentconsulent | docent bij FHMG, opleiding tot verpleegkundige