Net als iedereen binnen Fontys kreeg ik deze week een mail van de dienst IT met een waarschuwing voor ransomware. Een flink aantal landen – vooral Oekraïne, maar ook India, Rusland, het Verenigd Koninkrijk en ons eigen Nederland – viel deze week ten prooi aan een grootschalige cyberaanval. Het gevolg: de activiteiten in twee bedrijven in de Rotterdamse haven, bij leverancier Raab Kärchner, en bij farmaceut MSD liggen vrijwel geheel stil.
Onze samenleving is de afgelopen twee decennia in sterke mate afhankelijk geworden van informatie- en communicatietechnologie.
En dat zal de komende jaren zeker niet minder worden.
Omdat ik de zaken over het algemeen van de positieve kant bekijk, focus ik in dit stukje liever niet op de bedreigingen maar op de kansen die de ‘digitale revolutie’ biedt. Bijvoorbeeld op het vlak van onderwijs. Die kansen zijn enorm. Zeker in Nederland, waar we beschikken over een zeer hoogwaardige ict-infrastructuur voor onderwijs en onderzoek.
En toch. Toch is het nog veel te vroeg om te juichen. Want los van een groot aantal mooie innovatieve initiatieven van individuele docenten en instellingen, is de impact van ict op het hoger onderwijs de voorbije jaren tamelijk beperkt geweest. Hoe komt dat? En: hoe maken we de vertaalslag van deze ‘incidentele successen’ naar een brede verankering?
Door samen te werken als universiteiten en hogescholen – met steun van het ministerie van OCW.
En door gezamenlijk een versnellingsplan te maken.
Stap een van die samenwerking was de trip naar Boston die we in april met tien bestuurders en met vertegenwoordigers van SURF en OCW hebben ondernomen. Op Harvard, aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT), aan de Southern New Hampshire University en bij nog een aantal andere kennisinstellingen zagen we vergaande, innovatieve vormen van ‘gepersonaliseerd leren’.
Op het vlak van onderwijs op maat zijn de Verenigde Staten nog steeds het beloofde land.
Laten we realistisch zijn: het Amerikaanse voorbeeld is vooral inspirerend; het is geen doel op zich. Daarvoor zijn alleen al de verschillen in financiële middelen simpelweg te groot. Maar door de handen ineen te slaan en de basisinfrastructuur, het fundament, gezamenlijk neer te zetten, kan het Nederlandse hoger onderwijs een grote stap zetten.
En vervolgens kan iedere instelling – en dus ook Fontys – zijn eigen accenten zetten. En kunnen wij iedere student steeds beter een passend opleidingstraject bieden. Onderwijs op maat: daarvoor is ict een prachtig hulpmiddel.
Laten we dat gedachtegoed ook hier omarmen.
Vind ik leuk
Over Hans Nederlof
Hans Nederlof (1962, Delft) is Register Controller en studeerde Controlling aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Hij werkte 15 jaar als interim manager bij o.a. Universiteit van Amsterdam en Hogeschool van Amsterdam, Hanzehogeschool en het Centraal Orgaan Asielzoekers. Sinds april 2015 is Hans lid van het College van Bestuur van Fontys Hogescholen met als aandachtsgebieden; diensten Financiën, Audit en Control, Huisvesting en Facilitair, IT en de opleidingen in het domein Technologie en Innovatie. Hans participeert actief in het debat over de toekomst van het onderwijs.
Ik ben wel benieuwd naar wat de impact van ict op het onderwijs zou moeten zijn? Je schrijft dat de impact minder groot is geweest dan had gekund. Wat mij betreft zijn de ict middelen ondersteunend aan leerprocessen en geen doel op zich. Het analoge denken is denk ik juist een kracht die we minder benutten en trainen in de huidige gedigitaliseerde wereld.
Wat betreft de ict infrastructuur die ondersteunend is aan de leerprocessen kunnen we nog flink wat verbeteren in het onderwijs. Zeker de online en offline combinatie in de vorm van blended learning behoeft een goede structuur aan de achterkant die goed onderwijs mogelijk maakt.