Het rode potlood zweeft over ieder tentamenblad, elke fout kan rekenen op een afkeurende blik. In Nederland is het ‘not done’ om fouten te maken. Echter: de basis voor innovatief denken is experimenteren, uitproberen, omgaan met onzekerheden en dit kan alleen gepaard gaan met het maken van fouten.

Het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ‘De lerende economie’ (2013) geeft een helder beeld: onze toekomst wordt bepaald door de kracht van ons innovatief vermogen. Zowel sociale, technologische als economische innovaties. Deze innovaties vragen om ‘dwarsdenken’, experimenteren en onderzoeken, vallen en weer opstaan. Kortom, een andere manier van werken, andere businessmodellen, andere productieprocessen, maar ook een andere focus in het onderwijs.

In hoeverre is het huidige onderwijs in staat om daadwerkelijk scholieren en studenten op te leiden die in staat zijn om kritisch te denken, complexe problemen op te lossen en creatief te zijn in het bedenken van nieuwe wegen? Het World Economic Forum (Davos, 2016) geeft immers aan dat voor ieder individu deze drie eigenschappen de hoogste prioriteit hebben in 2020.

Onderzoek is een onlosmakelijk onderdeel van ieder curriculum binnen Fontys Hogescholen. Daarnaast heeft straks iedere Fontys-opleiding professionele werkplaatsen (onderzoeksplaatsen) in het werkveld. Hier experimenteren studenten samen met docenten en het werkveld. Een innovatieve biotoop waar prachtige nieuwe ideeën ontstaan.

Maar, het is echter ook voor het onderwijs ingewikkeld om bij onderzoek en experimenten fouten te accepteren. Wij zijn allemaal gewend om te reageren met het ‘rode potlood’ en missers te benadrukken. In een artikel van M. Schrikkema (2015) over het feit waarom onze hersenen moeite hebben met feedback, wordt echter helder beschreven hoe negatieve feedback, oftewel het wijzen op fouten, in het brein stresshormonen aanmaakt.

Deze stresshormonen proberen gevoelens van angst te verminderen, waardoor je je minder goed kan concentreren en slechter informatie tot je kunt nemen. Niet echt een goede voedingsbodem om een goed leereffect te bereiken. Bij positieve feedback daarentegen wordt dopamine aangemaakt, toonde de Japanse onderzoeker Dr. Norihiro Sadato aan, en dit laat mensen juist beter presteren.

Kortom, een samenleving die vraagt om een innovatieve houding van iedereen, moet juist ruimte geven om fouten te maken. Als tegelijkertijd de aandacht wordt verlegd naar die facetten die juist wel goed gaan, positieve feedback, dan verbeteren prestaties zelfs sterk. Het “groene potlood” dus, als instrument om van fouten te leren en de goede elementen te versterken.

Enkele opleidingen brengen dit al in praktijk. Bij de Fontys Hogeschool ICT worden studenten juist uitgedaagd om in onderzoek nieuwe zaken uit te proberen, waarbij ze vooral gecoacht worden om hun leerervaring te versterken, in plaats van ze enkel ‘af te rekenen’ op hun resultaten. Een gebalanceerde mix van tentamens en assessments.

Ik mocht deze aanpak onlangs zelf ervaren bij een workshopmiddag bij dit instituut. Ik kreeg er een basisles programmeren, samen met robot NAO. Tijdens deze middag probeerden studenten en docenten samen nieuwe mogelijkheden uit in diverse softwareprogramma’s: uitproberen, experimenteren, fouten maken en daarvan leren in plaats van afgestraft te worden. Een bijzondere leerervaring voor mij, voor de studenten en ook voor de docenten. Zo inspirerend kan onderwijs zijn!

 

robot charlie

FavoriteLoadingVind ik leuk

Over Nienke Meijer

Nienke Meijer (1965, Eindhoven) studeerde Organisatie en Sociale Psychologie aan de Universiteit Utrecht. Voordat ze in 2009 toetrad tot het College van Bestuur (CvB) van Fontys Hogescholen, werkte ze 20 jaar in verschillende functies bij VNU en Koninklijke Wegener. Zij was de jongste directeur/uitgever van het Eindhovens Dagblad en was tot 2009 lid van het directieteam van Wegener. Sinds 1 december 2013 is Nienke voorzitter van het CvB van Fontys. Nienke heeft als aandachtsgebieden: onderwijskwaliteit en -innovatie, de actieve rol van studenten, de verbinding tussen Fontys en het (regionale) werkveld, de ontwikkeling van een leercultuur, en duurzaamheid.