Wanneer overhandig je je visitekaartje? En vooral: aan wie? Wanneer, hoe vaak (en hoe hoog!) hef je het glas tijdens een zakendiner? En: wanneer stappen we af van de koetjes en kalfjes en snijden we de zakelijke onderwerpen aan? Niet meteen als ook het eten aangesneden wordt, zo blijkt. Wij Nederlanders zijn natuurlijk te direct en ongeduldig.

Direct na aankomst in Beijing brengt Richard de Grijs, hoogleraar astronomie aan de Beijing University, ons op de hoogte van de ins en outs van de Chinese business etiquette. Deze etiquette-les is een van de weinige niet-onderwijsinhoudelijke bijeenkomsten die deze week op de agenda staan. De China-trip die we met een aantal hbo-bestuurders maken, het zogenoemde Sino-Dutch Consortium, staat in het teken van samenwerking tussen China en Nederland. Waar de Chinezen alles willen weten over de opzet en organisatie van ons hoger beroepsonderwijs (zij kennen eigenlijk alleen universiteiten en mbo-achtige instellingen, vrijwel niets daar tussen in), daar zijn wij vooral gericht op uitwisseling van studenten en op samenwerking met (Nederlandse) bedrijven in China.

Reden genoeg dus om met een stevige delegatie een dag of vijf in dit fascinerende land te verblijven.

Omdat we zijn uitgenodigd voor een diner op de ambassade, waar enkele grote Nederlandse bedrijven en alumni aanwezig zijn, kunnen we het geleerde meteen in de praktijk brengen. In zijn residentie heet de Nederlandse ambassadeur (a.i.) Paul Menkveld ons welkom. Na de openingstoespraak van onze delegatieleider Thom de Graaf over de kracht van ons hoger beroepsonderwijs, houdt Berend-Jan Kingma, topman van Friesland Campina China, een betoog over de grote behoefte van Friesland Campina aan Chinezen die in Nederland gestudeerd hebben en aan Nederlanders die ervaring in China hebben opgedaan. Hij zou graag pro-actiever met hogescholen samenwerken om deze arbeidspool te versterken.

Een mooi onderwerp om verder over te praten, lijkt me!

De verschillen in ondernemerschap tussen China en Nederland zijn groot, vertelt Kingma. Generaliserend gesteld komt het erop neer dat Chinezen sneller zaken van de grond krijgen, terwijl we in Nederland vooraf uitvoerig de voors en tegens uitvoerig afwegen. Beide ‘systemen’ hebben pluspunten en valkuilen. Chinezen vinden onze wikken-en-wegen-aanpak traag maar wel grondig en degelijk; wij zien dat er in China relatief veel fouten gemaakt worden, maar hebben tegelijk ontzag voor de snelheid en daadkracht.

Leren van elkaar is ook op dit vlak het devies!

Onder de vele hbo-alumni die het woord doen tijdens het diner, zijn ook twee oud-Fontys-studenten. Een van hen is Wang Wen. Zij komt van origine uit Beijing en heeft haar bachelor aan FHICT in Eindhoven gedaan. Zij vertelt hoe haar tijd in Eindhoven haar heeft geholpen een goede baan te vinden bij terugkomst in Beijing. Ze houdt onder meer via de netwerkbijeenkomsten van de ambassade nog steeds contact met de Nederlandse community.

Deze verhalen stemmen mij en de andere bestuurders tot grote tevredenheid. Ik ben ook trots. Trots op deze ambitieuze, enthousiaste, creatieve alumni die het levende bewijs vormen dat nauwe samenwerking tussen China en Nederland loont. En die tonen dat het hbo in het algemeen en Fontys in het bijzonder daar een grote rol in heeft.

Dat is een mooie gedachte om dag 1 van deze trip mee af te sluiten.

Tot later!

 

FavoriteLoadingVind ik leuk

Over Nienke Meijer

Nienke Meijer (1965, Eindhoven) studeerde Organisatie en Sociale Psychologie aan de Universiteit Utrecht. Voordat ze in 2009 toetrad tot het College van Bestuur (CvB) van Fontys Hogescholen, werkte ze 20 jaar in verschillende functies bij VNU en Koninklijke Wegener. Zij was de jongste directeur/uitgever van het Eindhovens Dagblad en was tot 2009 lid van het directieteam van Wegener. Sinds 1 december 2013 is Nienke voorzitter van het CvB van Fontys. Nienke heeft als aandachtsgebieden: onderwijskwaliteit en -innovatie, de actieve rol van studenten, de verbinding tussen Fontys en het (regionale) werkveld, de ontwikkeling van een leercultuur, en duurzaamheid.