In de afgelopen maanden komen steeds meer studenten in beeld die op jonge leeftijd al te kampen hebben gehad met een burn-out. Meer studenten laten van zich horen en maken dit taboe bespreekbaar.

De prestatiedruk onder de studenten in Nederland neemt toe. “Een vwo-student gaat logischerwijs studeren aan een universiteit en een mbo-diploma zou niet goed genoeg zijn op de arbeidsmarkt. Het is juist belangrijk om de juiste student op de juiste plek te krijgen”, zegt voormalig minister van Onderwijs Jet Bussemaker.

Uit onderzoek van de landelijke studentenvakbond (LSvB) blijkt dat zo’n drie op de vier studenten vaak tot heel vaak emotioneel uitgeput is. Zij hebben weinig energie en voelen zich doorgaans moe. 34,6 procent van de studenten oftewel meer dan één op de drie heeft een grote kans op een burn-out. Dit is vergeleken met de werkende, gezonde bevolking erg hoog. Daar is dit percentage slechts 14,6 procent. Deze grote groep studenten is continue bezig met presteren. “Je wilt het goed doen in je studie en op je werk, je doet vrijwilligerswerk en je wilt een sociaal leven hebben. Daarbij wil je ook dat je omgeving trots is op je”, vertelt Jip bij de NOS. De afschaffing van de basisbeurs en de invoering van het leenstelsel helpt ook niet mee voor studenten. Een normale bijbaan die eerder voor een extra zakcentje zorgde, is nu van groot belang om collegegeld te betalen. “Doordat er steeds meer druk komt te liggen bij studenten om succesvol te zijn, moeten zij constant op hoog niveau presteren. Het lijkt erop dat psychosociale problemen nog altijd een groot taboe zijn onder studenten, waardoor zij niet hiervoor uit durven te komen”, schrijft de vakbond.

Er zal een juiste balans moeten komen tussen presteren en geluk waar ruimte is om van je fouten te leren.

Bussemaker stelt dat een opleiding niet alleen als leverancier van werknemers te zien, maar juist de plek is die ruimte moet bieden voor zelfontplooiing en maatschappelijke betekenis. Er zal een juiste balans moeten komen tussen presteren en geluk waar ruimte is om van je fouten te leren.

Ook wij, bij het Sociaal Innovatie Centrum in Tilburg, zijn bekend met de toenemende studiedruk. Hierin zijn wij zoals het mooi gezegd kan worden: ervaringsdeskundige. Is het geen persoonlijk probleem dan zien wij dit wel bij studiegenoten, huisgenoten of vrienden. Zo nu en dan mag er best wel eens op de rem getrapt worden of stilgestaan worden bij alle verantwoordelijkheden die de studenten van nu dragen. Er hoeft zeker niet continue aandacht aan te worden besteedt of een hele psychoanalyse op los te worden gelaten, maar de simpele vraag ‘hoe gaat het met je?’ kan al veel betekenen. Neem daarin geen genoegen met ‘ja, gaat wel goed’. Probeer door te vragen en een luisterend oor te bieden waar nodig.

Wil je naar aanleiding van bovenstaande blog in gesprek gaan over dit onderwerp? Neem eens contact op met het Sociaal Innovatie Centrum in Tilburg. Stuur een mail of een bericht via de LinkedIn– of Facbookpagina.

FavoriteLoadingVind ik leuk

Over SIC Tilburg

Het Sociaal Innovatie Centrum (SIC) is een innovatief onderwijsconcept van Fontys Hogescholen in samenwerking met externe partners op het gebied van sociale innovaties. Het Sociaal Innovatie Centrum Tilburg is een samenwerking tussen Fontys Hogeschool HRM en Psychologie en Midpoint Brabant. Studenten werken daar samen met twee uitvoeringsorganen van Midpoint; Midpoint Centrer for Social Innovation (MCSI) en Leren en Werken. Het doel van deze samenwerking is om op deze manier studenten kennis te laten maken met de praktijk waarin het ondernemen centraal staat. Het is een leerproces met een vrije insteek om verantwoording en het ondernemerschap aan te leren. Studenten richten zich op projecten en thema’s zoals bijvoorbeeld: het schrijven van white papers over relevante en actuele HR-thema’s, een gespreksmethode opzetten omtrent loopbaan coaching, een intern HR-beleid opzetten voor coöperatie MCSI om te groeien naar een ‘community’ en het doen van onderzoek naar interventies gericht op preventie van jeugdwerkloosheid.